zaterdag 20 september 2014

Beeldcultuur

Beste lezers,

Na mijn vorige bericht op 11 september jl. hebben wij die avond een les gehad over beeldcultuur.

In de eerste les werd de klas gewezen op een nieuwe methode om de kern van de lessen tot ons te nemen, namelijk via korte filmpjes, hoe hip! Dat moest uitgezocht worden en dus heb ik een uurtje filmpjes zitten bekijken en vragen in zitten vullen, al dacht ik eerst dat de aantekenruimte bedoeld was voor aantekeningen en begreep ik pas halverwege dat die bedoeld was om vragen te beantwoorden. Zie hieronder of het me gelukt is de kern van de les eruit te filteren (en te onthouden, want we zijn een week verder!).

De beeldcultuur wordt grofweg opgedeeld in drie perioden, namelijk de klassieke, moderne en postmoderne periode. De middelste duurt ongeveer van 1860 - 1960, de klassieke speelt ervoor, de postmoderne erna. Aan deze drie begrippen hangt per begrip een aantal kermerken vast. Dat betekent dat 'modern' niet onze dagelijkse woordbetekenis modern, namelijk hip of hedendaags inhoudt, maar dat ook dat begrip een stroming is waaraan een aantal kenmerken hangt.

De beeldcultuur uit de klassieke periode kenmerkt zich door veel symboliek, door het gebruik van rijke materialen, door natuurgetrouwe weergave van de beelden en doordat de beelden te begrijpen zijn vanuit moralistisch oogpunt. De kerk en rijken zijn de opdrachtgevers van deze beelden. De beelden hebben dan ook tot doel om macht uit te stralen en een morele boodschap over te brengen.

De beeldcultuur uit de moderne periode kenmerkt zich door abstractie, experiment in kleur, materiaalgebruik en vorm. Het gaat niet om natuurgetrouwheid, maar om dat wat het beeld representeert. De beelden vormen daarmee een reactie op de klassieke beeldcultuur. Dat was mogelijk, omdat de kunstenaar zijn eigen opdrachtgever kon zijn en niet iemands succes of morele boodschap diende weer te geven. Met die verandering werd de beeldcultuur ook idealistisch van aard. De kunstenaar legde zijn persoonlijke maatschappij(kritische) visie in het beeld vast.

Het meest pregnante kenmerk van de postmoderne beeldcultuur is dat die beeldcultuur voornamelijk ter vermaak dient. De opdrachtgever is diffuus; indirect is dat vaak de consument. Andere kenmerken van deze cultuur zijn uitvergroting (letterlijk) en het gerbuik van 'samples'. gemixte beelden of onderdelen van beelden uit andere perioden.

Op basis van het bovenstaande dienden wij een klassiek beeld te beschouwen. In de les kozen wij voor het schilderij 'De aardappeleters' van Vincent van Gogh, omdat het een zeer realistisch beeld is en omdat het zeer realistisch een bepaalde klasse uit de maatschappij weergeeft (Voor een uitgebreide beschouwing van het beeld verwijs ik u door naar het blog van Astrid Daemen). Echter, nadat wij nog eens rustig de kenmerken recapituleerden kwamen wij tot de conclusie dat dit beeld toch tot de moderne beeldcultuur behoort, omdat de opdrachtgever geen rijkaard is (het is Vincent zelf), omdat Van Gogh er zijn maatschappijvisie deelt (ervoor werden de misstanden uit de maatschappij altijd verdoezeld i.p.v. rauw weergegeven) en omdat het beeld vanwege het kleurgebruik (donker) duidelijk de expressie van een bepaald gevoel moet weergeven.

Daarom kozen wij thuis voor het schilderij 'Het Parisoordeel' van Peter Paul Rubens (1577-1640). Dit beeld vertolkt een klassiek tafereel uit de Griekse mythologie, waarin de Trojaanse Paris wordt geacht een gouden appel (symbool van de jeugd en vergankelijkheid) uit te delen aan de mooiste van de drie naakt afgebeelde godinnen Aphrodite, Hera en Athena. Een onmogelijke taak, die geheid tweedracht zaait. De godin van de twist, Eris bedacht 'het spelletje' omdat ze verongelijkt was over het feit dat ze niet was uitgenodigd op een bruiloft van de goden. Zij is in het goud midden bovenin het beeld afgebeeld. De andere godinnen zijn te herkennen aan het jongetje, dat Eros, de zoon van Aphrodite voorstelt, aan de wapenuitrusting die bij Athena hoort en aan de pauw die Hera de godin van het huwelijk dikwijls vergezelt op een afbeelding. Bij Paris staat Hermes, boodschapper van de goden en beschermer van de reizigers afgebeeld. Hij is te herkennen aan zijn 'muts met vleugels'.

Het Parisoordeel, Peter Paul Rubens (1577- 1640)
Het schilderij bevat dus veel symbolische beeldelementem, maar ook het tafereel zelf is symbolisch. De godinnen beloven de sterveling van alles als ze hem de appel uitreiken en Paris zwicht voor het aanbod van Aphrodite, die hem de mooiste vrouw van Troje belooft. De andere godinnen zijn zwaar beledigd en het onheil hangt Paris dan ook boven het hoofd. Hij krijgt de mooiste vrouw, maar zij is de vrouw van koning Menelaus en zo ontstaat er op aarde een oorlog die tien jaar zal duren. De moraal van dit verhaal: wees je bewust van de verleidingen die op de loer liggen, maar kies met je verstand (door niet deel te nemen aan het spel met de appel, door niet te kiezen).



Symboliek, klassieke tafereel. Morele booschap. Het beeld is realistisch geschilderd. Rubens heeft zijn best gedaan de vrouwenlijven natuurgetrouw (maar naar het schoonheidsideaal van toen!) weer te geven. Daarbij is het schilderij in opdracht gemaakt van een Spaanse koning en zo voldoet dit beeld aan alle kenmerken van de klassieke beeldcultuur.

Tot volgende keer,

Nikki

Geen opmerkingen:

Een reactie posten