maandag 10 november 2014

Beeldend vermogen

Beste lezer,

Afgelopen les ging het om het beeldend vermogen; het vermogen om je uit te kunnen drukken in beeld.

Er zijn kortweg vier fasen te onderscheiden. De fase van het krabbelen (fase 1), de fase van het coderen van de werkelijkheid (fase 2) die is op te delen in twee delen (vooral in basisonderwijs), en de fase van de zichtbare werkelijkheid, die in de bovenbouw van het basisonderwijs ontwikkeld kan zijn. Het beeldend vermogen ontwikkelt zich volgens die vier fasen.

In de les hebben we met elkaar de meegenomen kindertekeningen gesorteerd naar fase en daarna hebben we de indeling in deze fase beargumenteerd aan de hand van de manier waarop de beeldaspecten te herkennen waren in de tekeningen.



In fase 1 (2-4 jaar), leert het kind sporen te maken. Kleuren worden gekozen om sporen van elkaar te onderscheiden. Het kind leert in deze fase van grof motorisch naar fijn motorisch handelen. De bewegingen ontwikkelen vanaf bewegingen vanuit de schouder, via bewegingen vanuit de elleboog en de pols,  naar bewegingen vanuit de vingers.

Een tekening van een kind in ontwikkelingsfase 1


De eerste ontwikkeling is te signaleren via het beeldaspect vorm. In de sporen zijn lijntekeningen te herkennen en en de vormen worden meer gesloten. Later gaan kinderen complexere vormen tekenen, ze leren stapelen en daarna gaan ze proberen in lijn een contour te tekenen.

In fase 2 (4-10 jaar) Het kind tekent eerst bewegende dingen (mensen en dieren, naar wat het interesseert) en gaat later pas huizen tekenen. Zijn mensen ontwikkelen zich van koppoter, naar de zogeheten kopbuikpoter. Het zal eerst dat waar zijn aandacht naar uit gaat, het grootst tekenen, in het geval van een mens of dier; het hoofd. Zoals in fase 1 de kleuren onderscheidend gebruikt werden, om  sporen te herkennen, zo worden in deze fase haakse lijnen getekend om de vormen goed te kunnen onderscheiden.
fase 2a (4-8 jaar): het kind zal de vormen van gecodeerde werkelijkheid nog willekeurig op het vlak verbeelden. Het tekent niet de werkelijkheid zoals hij die ziet of via dat wat hij ervan weet. Hij tekent in codes. Ook tekent het naar ruimte op het vlak. Is er nog ruimte, zal het bijtekenen, is er geen ruimte om iets erbij te tekenen, zal het stoppen met het tekenen van die vorm.
Kindertekening van een kind in ontwikkelingsfase 2a

In fase 2b (5-10 jaar): het kind gaat het beeldvlak ordenen. Het gaat een
compositie maken. Eeen tekening krijgt een onder het een boven. De werkelijkheid is nog steeds gecodeerd en clichématig. Er wordt gebruik gemaakt van symbolische kleuren. Ook maken kinderen in deze fase gebruik van exemplariteit. hetzelfde figuurtje met verschillende attributen verbeeldt iemand anders.
Een kindertekening uit fase 2b, een eerste compositie

Fase 3 fase van de zichtbare werkelijkheid (10-15 jaar)
Kinderen, jongeren willen de zichtbare werkelijkheid zo natuurgetrouw mogelijk weergeven. Ze gaan natekenen. Ze willen de zichtbare werkelijkheid verbeelden. In deze fase zullen ze het tekenen minder leuk gaan vinden, omdat ze die werkelijkheid niet meer kunnen vangen met hun tekentechniek. Je kunt nieuwe technieken gebruiken om aan deze behoefte tegemoet te komen. Kinderen gaan gebruik maken van lijnperspectief, ze gaan een textuur proberen uit te drukken, het ze gaan met licht en donker werking ruimte proberen te suggereren. Naast kleur, vorm en compositie, ontstaat er ruimter voor de andere beeldaspecten. 

Reflectie

De onderstaande tekening hadden we oorspronkelijk geplaatst onder fase 2a. Dat is te zien aan bijvoorbeeld het opgeplakte etiket van de wanordelijke plaatsing. Bij nader inzien is er wel degelijk sprake van een compositie, een relatief complexe zelfs. Linksboven is een zon getekend om de lucht aan te duiden. Eronder hangt een vliegtuig in de lucht en daaronder zijn soldaten met zwaarden op de grondlijn getekend. Rechts op het vlak zijn halverwege weer een soort ridders afgebeeld, zij staan op de kasteelmuren. Een relatief complexe compositie dus, en zeker geen wanordelijke plaatsing. De tekening is motorisch nog wel vrij grof getekend. Meer vanuit de pols dan vanuit de vingers. De tekenaar wilde gedétailleerder tekenen dan hij motorishc nog scheen te kunnen verbeelden. Om het eerst opgemerkte herplaats ik deze tekening in fase 2b. 


kindertekening, oorspronkelijk geplaatst in fase 2a, herplaatst in fase 2b

Dit was het dan. De laatste blog voor dit vak. Het was een inspirerende reis door het nieuwe medialandschap en ik zal mijn best doen de wcrolletjes- muizentrappetjes pietjesmentaliteit achterwege te laten en haar de schooldeuren uit te werken.

Tot ooit. 

Hartelijke groeten,

Nikki (oefent voortaan in/met de klas)

P.s. Nog niet helemaal uitgelezen? Mijn eindopdracht volgt nog.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten