Afgelopen les ging het om het beeldend vermogen; het vermogen om je uit te kunnen drukken in beeld.
Er zijn kortweg vier fasen te onderscheiden. De fase van het krabbelen (fase 1), de fase van het coderen van de werkelijkheid (fase 2) die is op te delen in twee delen (vooral in basisonderwijs), en de fase van de zichtbare werkelijkheid, die in de bovenbouw van het basisonderwijs ontwikkeld kan zijn. Het beeldend vermogen ontwikkelt zich volgens die vier fasen.
In de les hebben we met elkaar de meegenomen kindertekeningen gesorteerd naar fase en daarna hebben we de indeling in deze fase beargumenteerd aan de hand van de manier waarop de beeldaspecten te herkennen waren in de tekeningen.
In fase 1 (2-4 jaar), leert het kind sporen te maken. Kleuren worden gekozen om sporen van elkaar te onderscheiden. Het kind leert in deze fase van grof motorisch naar fijn motorisch handelen. De bewegingen ontwikkelen vanaf bewegingen vanuit de schouder, via bewegingen vanuit de elleboog en de pols, naar bewegingen vanuit de vingers.
Een tekening van een kind in ontwikkelingsfase 1 |
De eerste ontwikkeling is te signaleren via het beeldaspect vorm. In de sporen zijn lijntekeningen te herkennen en en de vormen worden meer gesloten. Later gaan kinderen complexere vormen tekenen, ze leren stapelen en daarna gaan ze proberen in lijn een contour te tekenen.
In fase 2 (4-10 jaar) Het kind tekent eerst bewegende dingen (mensen en dieren, naar wat het interesseert) en gaat later pas huizen tekenen. Zijn mensen ontwikkelen zich van koppoter, naar de zogeheten kopbuikpoter. Het zal eerst dat waar zijn aandacht naar uit gaat, het grootst tekenen, in het geval van een mens of dier; het hoofd. Zoals in fase 1 de kleuren onderscheidend gebruikt werden, om sporen te herkennen, zo worden in deze fase haakse lijnen getekend om de vormen goed te kunnen onderscheiden.
fase 2a (4-8 jaar): het kind zal de vormen van gecodeerde werkelijkheid nog willekeurig op het vlak verbeelden. Het tekent niet de werkelijkheid zoals hij die ziet of via dat wat hij ervan weet. Hij tekent in codes. Ook tekent het naar ruimte op het vlak. Is er nog ruimte, zal het bijtekenen, is er geen ruimte om iets erbij te tekenen, zal het stoppen met het tekenen van die vorm.
Kindertekening van een kind in ontwikkelingsfase 2a |
In fase 2b (5-10 jaar): het kind gaat het beeldvlak ordenen. Het gaat een
compositie maken. Eeen tekening krijgt een onder het een boven. De werkelijkheid is nog steeds gecodeerd en clichématig. Er wordt gebruik gemaakt van symbolische kleuren. Ook maken kinderen in deze fase gebruik van exemplariteit. hetzelfde figuurtje met verschillende attributen verbeeldt iemand anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten